Parallelle tracking: wat is het en hoe pas je het toe?

Niemand wordt blij van een lange laadtijd. Zeker vlugge Japie niet. Gelukkig zit Google nooit stil. Dat blijkt maar weer uit de nieuwe vereiste voor alle Google Ads-accounts. Per 30 oktober 2018 is Parallelle tracking een vereiste voor alle Google Ads-accounts die gebruik maken van HTTPS. Volgens Google leidt dit tot verbeterde advertentieprestaties en meer conversies aangezien de website sneller laadt.

Met Parallelle tracking zullen klikmetingen binnen search-campagnes (klikken/conversies) niet meer volgens het Lineair-redirect-model/Sequentiële tracking (ja wat een namen he?), maar volgens het Parallelle-tracking-model worden geladen. 

In dit blog lees je wat de twee modellen inhouden en wat je moet doen om Parallelle tracking op de juiste manier toe te passen.

Hoe werkt het Lineair-redirect-model/Sequentiële tracking?

Om te beginnen is het goed om te weten hoe klikdata voorheen werd ingeladen. Iedere keer als iemand op een advertentie klikt wordt er namelijk eerst data ingeladen alvorens de bestemmingspagina wordt weergegeven:

  1. Klant klikt op je advertentie.
  2. Google Ads-tracker wordt geladen.
  3. Tracking-URL wordt geladen.
  4. Eventuele aanvullende tracking-URL wordt geladen.
  5. Klant ziet je bestemmingspagina.

Veel websites zijn tegenwoordig op desktop supersnel, dus daar zal bovenstaande methode geen negatieve invloed op hebben gehad. Echter zijn er ook nog steeds veel websites die een lange laadtijd hebben, vooral op mobiel. Om hier iets aan te doen heeft Google Parallelle tracking bedacht.

En hoe werkt het Parallelle-tracking-model dan?

Met Parallelle tracking worden klanten rechtstreeks naar de bestemmingspagina geleid, terwijl klikmeting op de achtergrond (met dank aan de nieuwe sendBeacon browser functie) plaatsvindt:

  1. Klant klikt op je advertentie.
  2. Klant ziet je bestemmingspagina.

Tegelijkertijd, op de achtergrond:

  1. Google Ads-tracker wordt geladen.
  2. Tracking-URL wordt geladen.

Deze nieuwe sendBeacon-browser-functie zorgt er dus voor dat het aantal bezoekers dat de website weg klikt, omdat het inladen te lang duurt, afneemt. Dit kan leiden tot meer bezoekers van je website en uiteindelijk dus ook tot meer conversies. Het kan op dit moment nog wel zo zijn dat een bezoeker je website vanuit een browser bekijkt waar Parallelle tracking nog niet voor werkt. Als dat het geval is zal Google de advertenties terugzetten naar Sequentiële tracking.

In sommige gevallen maken we gebruik van externe clicktrackers. Denk aan die van bijvoorbeeld DoubleClick of Marin. Ook deze kunnen profiteren van Parallelle tracking waardoor de laadtijd wordt geoptimaliseerd.

Hoe pas ik Parallelle tracking toe?

In principe kan je Parallelle tracking met 3 muisklikken aanzetten:

  1. Klik op de instellingen binnen je Google Ads-account.
  2. Klik op accountinstellingen.
  3. Klik op de switch om Parallelle tracking te activeren.

Parallele Tracking aanpassen in Google Ads

Toch adviseren wij om eerst een test uit te voeren (klik op ‘testen’). Het kan namelijk voorkomen dat bepaalde bestemmingspagina’s niet worden gevonden:

“Google Ads heeft geprobeerd de URL te bereiken, maar kan deze niet laden. Controleer uw trackinginstellingen en probeer het opnieuw.”

Controleer deze bestemmingen en zorg dat de url goed werkt. Helaas controleert de testfunctie van Google Ads ook al je (oude) gepauzeerde campagnes/advertentiegroepen/advertenties. Dit kan voor verwarring zorgen.

Heb je vragen, op- of aanmerkingen over dit artikel? Laat het gerust weten!